Schriftlezingen:Jacobikerk utrecht

 

1e lezing Jesaja 63: 7-14

 

7 Ik zal de liefde van de HEER gedenken en zijn roemrijke daden bezingen: alles wat de HEER voor ons heeft gedaan, de goedheid die hij het volk van Israël bewees in zijn ontferming en onbegrensde liefde. 8 Hij zei: ‘Natuurlijk, het is mijn volk! Mijn kinderen zijn te vertrouwen.’ Daarom wilde hij hun redder zijn. 9 In al hun nood was ook hijzelf in nood: zij werden gered door de engel van zijn tegenwoordigheid. In zijn liefde en mededogen heeft hij hen zelf verlost, hij tilde hen op en heeft hen gedragen, alle jaren door. 10 Maar zij zijn in opstand gekomen en hebben zijn heilige geest gekrenkt. Daarom werd hij hun tot vijand en bond hij de strijd met hen aan. 11 Toen dacht hij aan de dagen van weleer, aan Mozes en zijn volk. Waar is hij die zijn volk door de zee voerde, waar zijn de herders van zijn kudde? Waar is hij die hen bezielde met zijn heilige geest? 12 Die Mozes terzijde stond met zijn luisterrijke arm, die voor hen het water kliefde om zich een eeuwige naam te verwerven? 13 Die hen door de diepte leidde als paarden door de woestijn, zonder dat ze struikelden, 14 als vee dat afdaalt naar het dal? Het was de geest van de HEER die hun rust gaf. Ja, u hebt zelf uw volk geleid om u een luisterrijke naam te verwerven.

 

2e lezing Markus 6: 45-52

 

45 Meteen daarna gelastte hij zijn leerlingen in de boot te stappen en alvast naar de overkant te varen, naar Betsaïda; intussen zou hijzelf de menigte wegsturen. 46 Nadat hij afscheid van de mensen had genomen, ging hij de berg op om er te bidden. 47 Bij het vallen van de avond was de boot midden op het meer, en hij was alleen aan land. 48 Toen hij zag dat de leerlingen door de hevige tegenwind maar nauwelijks vooruitkwamen, hoe hard ze ook roeiden, liep hij tegen het einde van de nacht over het meer naar hen toe, en hij wilde hen voorbijlopen. 49 Toen ze hem over het water zagen lopen, dachten ze dat hij een geestverschijning was en ze schreeuwden het uit. 50 Ze hadden hem allemaal gezien en raakten in paniek. Maar hij sprak hen meteen aan en zei: ‘Blijf kalm! Ik ben het, wees niet bang.’ 51 Hij stapte bij hen in de boot en de wind ging liggen. Zijn leerlingen waren helemaal van hun stukgebracht. 52 Ze waren niet tot inzicht gekomen door wat er met de broden was gebeurd, omdat ze hardleers waren.

 

Kerkdienst beluisteren

Orde van de dienst