Schriftlezingen:Oude Kerk gemeente Amsterdam van FB

 

1e lezing Numeri 11: 16-35

 

16 Dan zegt de Ene tot Mozes: verzamel voor mij zeventig man uit Israëls oudsten, van wie je weet dat zij oudsten van de gemeente zijn en mensen met overzicht daarin; meenemen moet je die naar de tent van samenkomst, en dáár posteren, met jou. 17 Nederdalen zal ik en spreken met jou, dáár; terzijde leggen zal ik van de geestesadem die over jou is en leggen op hen; ze zullen náást jou meedragen aan de last van de gemeente,- niet langer draag jíj die op je eentje. 18 En tot de gemeente zul je zeggen: heiligt u voor morgen, ge zult vléés eten; want ge hebt geweeklaagd in de oren van de Ene, door te zeggen: ‘wíe zal ons vlees doen eten, want wat hadden we het in Egypte goed!’ Geven zal de Ene u: vlees, en éten zult ge! 19 Niet slechts één dag zult ge het eten en niet een páár dagen; niet vijf dagen, niet tien dagen, niet twintigmaal een dag, maar 20 tot de dagen een máánd vormen, tot het je de neusgaten uitkomt en het voor u om te kotsen zal wezen!- en wel hierom dat ge veracht hebt de Ene die in uw midden is, en voor zijn aanschijn weeklaagt door te zeggen: ‘waarom zijn we eigenlijk weggetrokken uit Egypte?’ 21 Dan zegt hij, Mozes: zeshonderdduizend te voet telt de gemeente in wiens midden ik sta; en gij hebt gezegd ‘vlees zal ik hun geven en eten zullen ze de dagen van een maand’; 22 het wolvee en het rundvee moet voor hen worden afgeslacht wil het voor hen toereikend zijn; als alle vissen van de zee voor hen worden verzameld zal het toereikend zijn voor hen! • 23 Dan zegt de Ene tot Mozes: zal de hand van de Ene te kort wezen? Nu zul je het zien of mijn spreken tot jou uitkomt of niet! 24 Mozes gaat naar buiten en spreekt tot de gemeente de woorden van de Ene; hij verzamelt zeventig man uit de oudsten van de gemeente en stelt ze op rondom de tent. 25 De Ene daalt neer in de wolk en spreekt tot hem; hij legt van de Geest die op hem is terzijde en geeft die over de zeventig man van de oudsten; en het geschiedt: zodra de Geest op hen rust profeteren zij, maar hebben (daaraan) niet toegevoegd. 26 Twee mannen zijn er óver in de legerplaats; de naam van de een is Eldad; de naam van de tweede is Medad, en op hen rust de Geest; zij horen bij de ingeschrevenen maar zijn niet mee uitgetrokken naar de tent; ze profeteren in de legerplaats. 27 De jongen rent weg, meldt het aan Mozes en zegt: Eldad en Medad zijn in de legerplaats aan het profeteren! 28 Dan antwoordt Jozua, zoon van Noen, de helper van Mozes, een van zijn eerstelingen, en zegt: mijn heer Mozes, houd ze tegen! 29 Maar Mozes zegt tot hem: moet jij jaloers zijn ten behoeve van mij?- wie zal me dat geven: héél de gemeente van de Ene profeten, omdat de Ene zijn Geest over hen geeft! 30 Dan verzamelt Mozes zich in de legerplaats, hij met Israëls oudsten. 31 De geestesstorm is opgebroken van bij de Ene, en voert kwakkels mee van de zee en gooit ze over de legerplaats, bijna een dagreis ver híerheen en bijna een dagreis ver dáárheen rondom de legerplaats; en zo’n dubbel-el dik over het aanschijn van het land. 32 Nu staat de gemeente op: heel die dag, heel de nacht en heel de volgende dag verzamelen ze de kwakkels,- wie het minste had verzamelde al tien mudden; ze spreiden ze uitgebreid uit rondom de legerplaats. 33 Terwijl het vlees nog tussen hun tanden zit, nog niet eens fijngekauwd, ontsteekt de woede van de Ene tegen de gemeente en slaat de Ene de gemeente met een zeer geweldige slag. 34 Hij roept als naam uit voor dat oord: Kivrot Hataäva,- graven van de gulzigheid; want daar hebben ze begraven de gemeente van de gulzigaards! 35 Van Kivrot Hataäva zijn ze opgebroken, de gemeente, naar Chatserot; dan zijn ze in Chatserot.

 

Uit het Evangelie

2e lezing Markus 9: 15-29

 

15 En heel de schare,- meteen als ze hem zien zijn ze helemaal verbaasd; toehollend hebben ze hem begroet. 16 En hij stelt hun de vraag: waarover zijt ge samen met hen aan het zoeken? 17 Eén uit de schare antwoordt hem: leermeester, ik bracht mijn zoon naar u toe die een geest heeft die maakt dat hij niet praat; 18 wanneer die hem in bezit neemt, waar dan ook, verscheurt hij hem, en híj schuimbekt en knarst met de tanden en verschrompelt; ik zei tot uw leerlingen dat ze hem moesten uitwerpen, en ze waren niet sterk genoeg! 19 Ten antwoord zegt hij tot hen: o generatie zonder geloof, tot wanneer moet ik bij u zijn, tot wanneer moet ik het met u uithouden?- brengt hem bij mij! 20 Zij brengen hem bij hem. Meteen als de geest hem ziet laat hij hem stuiptrekken; hij valt op de grond en is schuimbekkend heen en weer gaan rollen. 21 Hij vraagt aan zijn vader: hoe lange tijd is het al dat dit zó aan hem geschied is? En hij zegt: van kindsbeen af!, 22 en veelvuldig ook heeft hij hem én in vuur geworpen én in wateren, om hem om te brengen; nee, als u iets bij machte bent, help ons dan, wees over ons bewogen! 23 Maar Jezus zegt tot hem: over dat ‘als u bij machte bent’,- alles is mogelijk voor wie gelooft! 24 Meteen heeft de vader van het jongetje met een schreeuw gezegd: ik gelóóf!- help mij in mijn ongeloof! 25 Maar Jezus ziet dat er (al) een schare te hoop loopt en bestraft de onreine geest door tot hem te zeggen: jij geest van niet-kunnen-praten en doofheid, ík draag jóu op: kom uit hem vandaan en kom niet meer bij hem binnen! 26 En schreeuwend en veelvuldig stuiptrekkend komt hij naar buiten, en hij wordt als een dode, zodat velen zeggen ‘hij is gestorven!’ 27 Maar Jezus grijpt zijn hand vast en wekt hem op, en hij staat op. 28 Hij komt een huis binnen en in afzondering hebben zijn leerlingen hem gevraagd: dat wij niet bij machte zijn geweest hem uit te werpen! 29 Hij zegt tot hen: dit soort is door niets bij machte naar buiten te komen, behalve door gebed!

 

Deze dienst is geluidstechnisch zo goed mogelijk geoptimaliseerd.

 

Tekstpreek

Kerkdienst beluisteren

Orde van de dienst