SchriftlezingenNijkerk Grote Kerk

 

1e lezing Genesis 11: 1-9

 

1 En de ganse aarde was van enerlei spraak en enerlei woorden. 2 Maar het geschiedde, toen zij naar het oosten trokken, dat zij een laagte vonden in het land Sinear; en zij woonden aldaar. 3 En zij zeiden een ieder tot zijn naaste: Kom aan, laat ons tichelen strijken, en goed doorbranden! En de tichel was hun voor steen, en het lijm was hun voor leem. 4 En zij zeiden: Kom aan, laat ons voor ons een stad bouwen, en een toren, welks opperste in de hemel zij, en laat ons een naam voor ons maken, opdat wij niet misschien over de ganse aarde verstrooid worden! 5 Toen kwam de Heere neer, om te bezien de stad en de toren, die de kinderen der mensen bouwden. 6 En de Heere zeide: Ziet, zij zijn enerlei volk, en hebben allen enerlei spraak; en dit is het, wat zij beginnen te maken; maar nu, zou hun niet afgesneden worden al wat zij bedacht hebben te maken? 7 Kom aan, laat Ons neervaren, en laat Ons hun spraak aldaar verwarren, opdat een ieder de spraak van zijn naaste niet hore. 8 Alzo verstrooide hen de Heere van daar over de ganse aarde; en zij hielden op de stad te bouwen. 9 Daarom noemde men haar naam Babel; want aldaar verwarde de Heere de spraak der ganse aarde, en van daar verstrooide hen de Heere over de ganse aarde.

 

2e lezing Mattheüs 28: 16-20

 

16 En de elf discipelen zijn heengegaan naar Galiléa, naar de berg, waar Jezus hen bescheiden had. 17 En toen zij Hem zagen, baden zij Hem aan; doch sommigen twijfelden. 18 En Jezus, bij hen komende, sprak tot hen, zeggende: Mij is gegeven alle macht in hemel en op aarde. 19 Gaat dan heen, onderwijst al de volken, hen dopende in de Naam des Vaders, en des Zoons en des Heiligen Geestes; lerende hen onderhouden alles, wat Ik u geboden heb. 20 En ziet, Ik ben met u al de dagen tot de voleinding der wereld. Amen.

 

Dienst beluisteren

Orde van de dienst