Schriftlezingen:Sionskerk epe

 

1e lezing Deuteronomium 32, 1-14

 

1 Neig de oren, gij hemel, en ik zal spreken; en de aarde hore de redenen mijns monds. 2 Mijn leer druipe als een regen, mijn rede vloeie als een dauw; als een stofregen op de grasscheutjes, en als druppelen op het kruid. 3 Want ik zal den Naam des HEEREN uitroepen; geeft onzen God grootheid! 4 Hij is de Rotssteen, Wiens werk volkomen is; want al Zijn wegen zijn gerichte. God is waarheid, en is geen onrecht; rechtvaardig en recht is Hij. 5 Hij heeft het tegen Hem verdorven; het zijn Zijn kinderen niet; de schandvlek is hun; het is een verkeerd en verdraaid geslacht. 6 Zult gij dit den HEERE vergelden, gij, dwaas en onwijs volk! Is Hij niet uw Vader, Die u verkregen, Die u gemaakt en u bevestigd heeft? 7 Gedenk aan de dagen van ouds; merk op de jaren van elk geslacht; vraag uw vader, die zal het u bekend maken, uw ouden, en zij zullen het u zeggen. 8 Toen de Allerhoogste aan de volken de erfenis uitdeelde, toen Hij Adams kinderen vaneen scheidde, heeft Hij de landpalen der volken gesteld naar het getal der kinderen Israƫls. 9 Want des HEEREN deel is Zijn volk, Jakob is het snoer Zijner erve. 10 Hij vond hem in een land der woestijn, en in een woeste huilende wildernis; Hij voerde hem rondom, Hij onderwees hem, Hij bewaarde hem als Zijn oogappel. 11 Gelijk een arend zijn nest opwekt, over zijn jongen zweeft, zijn vleugelen uitbreidt, ze neemt en ze draagt op zijn vlerken; 12 Zo leidde hem de HEERE alleen, en er was geen vreemd god met hem. 13 Hij deed hem rijden op de hoogten der aarde, dat hij at de inkomsten des velds; en Hij deed hem honig zuigen uit de steenrots, en olie uit den kei der rots; 14 Boter van koeien, en melk van klein vee, met het vet der lammeren en der rammen, die in Bazan weiden, en der bokken, met het vette der nieren van tarwe; en het druivenbloed, reinen wijn, hebt gij gedronken.

 

2e lezing Johannes 1, 1-14

 

1 In den beginne was het Woord, en het Woord was bij God, en het Woord was God. 2 Dit was in den beginne bij God. 3 Alle dingen zijn door Hetzelve gemaakt, en zonder Hetzelve is geen ding gemaakt, dat gemaakt is. 4 In Hetzelve was het Leven, en het Leven was het Licht der mensen. 5 En het Licht schijnt in de duisternis, en de duisternis heeft hetzelve niet begrepen. 6 Er was een mens van God gezonden, wiens naam was Johannes. 7 Deze kwam tot een getuigenis, om van het Licht te getuigen, opdat zij allen door hem geloven zouden. 8 Hij was het Licht niet, maar was gezonden, opdat hij van het Licht getuigen zou. 9 Dit was het waarachtige Licht, Hetwelk verlicht een iegelijk mens, komende in de wereld. 10 Hij was in de wereld, en de wereld is door Hem gemaakt; en de wereld heeft Hem niet gekend. 11 Hij is gekomen tot het Zijne, en de Zijnen hebben Hem niet aangenomen. 12 Maar zovelen Hem aangenomen hebben, dien heeft Hij macht gegeven kinderen Gods te worden, namelijk die in Zijn Naam geloven; 13 Welke niet uit den bloede, noch uit den wil des vleses, noch uit den wil des mans, maar uit God geboren zijn. 14 En het Woord is vlees geworden, en heeft onder ons gewoond (en wij hebben Zijn heerlijkheid aanschouwd, een heerlijkheid als des Eniggeborenen van den Vader), vol van genade en waarheid.

 

Een tweede dienst in serie vanuit Genesis.

Geluidskwaliteit van cassettebandje Kant B is beter dan die van A.

 

Tekstlezing: Genesis 1: 2

 

2 De aarde nu was woest en ledig, en duisternis was op den afgrond; en de Geest Gods zweefde op de wateren.

 

Dienst beluisteren

Orde van de dienst