Schriftlezing:Sionskerk epe

 

1e Schriftlezing Johannes 15: 26- 16: 15

 

26 Maar wanneer de Trooster zal gekomen zijn, Die Ik u zenden zal van de Vader, namelijk de Geest der waarheid, Die van de Vader uitgaat, Die zal van Mij getuigen. 27 En gij zult ook getuigen, want gij zijt van het begin met Mij geweest.

16: 1 Deze dingen heb Ik tot u gesproken, opdat gij niet geërgerd wordt. 2 Zij zullen u uit de synagogen werpen; ja, de ure komt, dat een ieder, die u zal doden, zal menen Gode een dienst te doen. 3 En deze dingen zullen zij u doen, omdat zij de Vader niet gekend hebben, noch Mij. 4 Maar deze dingen heb Ik tot u gesproken, opdat, wanneer de ure zal gekomen zijn, gij eraan moogt gedenken, dat Ik ze u gezegd heb; doch deze dingen heb Ik u van het begin niet gezegd, omdat Ik bij u was. Het werk van de Heilige Geest 5 En nu ga Ik heen tot Hem, die Mij gezonden heeft, en niemand van u vraagt Mij: Waar gaat Gij heen? 6 Maar omdat Ik deze dingen tot u gesproken heb, zo heeft de droefheid uw hart vervuld. 7 Doch Ik zeg u de waarheid: Het is u nut, dat Ik wegga; want indien Ik niet wegga, zo zal de Trooster tot u niet komen; maar indien Ik heenga, zo zal Ik Hem tot u zenden. 8 En Die gekomen zijnde, zal de wereld overtuigen van zonde, en van gerechtigheid, en van oordeel: 9 Van zonde, omdat zij in Mij niet geloven; 10 En van gerechtigheid, omdat Ik tot Mijn Vader heenga, en gij zult Mij niet meer zien; 11 En van oordeel, omdat de overste dezer wereld geoordeeld is. 12 Nog vele dingen heb Ik u te zeggen, doch gij kunt die nu niet dragen. 13 Maar wanneer Die zal gekomen zijn, namelijk de Geest der waarheid, zal Hij u in al de waarheid leiden; want Hij zal van Zichzelf niet spreken, maar zo wat Hij zal gehoord hebben, zal Hij spreken, en de toekomende dingen zal Hij u verkondigen. 14 Die zal Mij verheerlijken; want Hij zal het uit het Mijne nemen, en zal het u verkondigen. 15 Al wat de Vader heeft, is Mijne; daarom heb Ik gezegd, dat Hij het uit het Mijne zal nemen, en u verkondigen.

 

Voorlezing van Nederlandse Geloofsbelijdenis Artikel 11

 

Dat de Heilige Geest waarachtig en eeuwig God is Wij geloven en belijden ook, dat de Heilige Geest van eeuwigheid van den Vader en den Zoon uitgaat; niet zijnde gemaakt, noch geschapen, noch ook geboren, maar alleen van Beiden uitgaande; Welke in orde is de derde Persoon der Drievuldigheid, van éénzelfde Wezen, Majesteit en Heerlijkheid met den Vader en den Zoon; zijnde waarachtig en eeuwig God, gelijk ons de Heilige Schriften leren.

 

Er bestaat bij mij nog een twijfel over het jaar waarin deze dienst is gehouden. Wellicht wijst de weg vanzelf in het vorderen van het uitwerken deze diensten. 

 HV 255



Dienst beluisteren

Orde van de dienst