Schriftlezingen:Sionskerk epe

 

1e lezing Maléachi 2: 14- 3: 6

 

14 Gij zegt: Het is tevergeefs God te dienen; want wat nuttigheid is het, dat wij Zijn wacht waarnemen, en dat wij in het zwart gaan, voor het aangezicht van de Heere der heerscharen? 15 En nu, wij achten de hoogmoedigen gelukzalig; ook die goddeloosheid doen, worden gebouwd; ook verzoeken zij de Heere, en ontkomen. 16 Alsdan spreken, die de Heere vrezen, een ieder tot zijn naaste: De Heere merkt er toch op en hoort, en er is een gedenkboek voor Zijn aangezicht geschreven, voor hen, die de Heere vrezen, en voor hen, die aan Zijn Naam gedenken. 17 En zij zullen, zegt de Heere der heerscharen, te dien dage, die Ik maken zal, Mij een eigendom zijn; en Ik zal hen sparen, zoals een man zijn zoon spaart, die hem dient. 18 Dan zult gij weer zien, het onderscheid tussen de rechtvaardige en de goddeloze, tussen hem, die God dient, en hem, die Hem niet dient.

 

3 1 Want ziet, die dag komt, brandende als een oven, dan zullen alle hoogmoedigen, en al wie goddeloosheid doet, een stoppel zijn, en de toekomstige dag zal ze in vlam zetten, zegt de Heere der heerscharen, Die hun noch wortel, noch tak laten zal. 2 U daarentegen, die Mijn Naam vreest, zal de Zon der gerechtigheid opgaan, en er zal genezing zijn onder Zijn vleugelen; en gij zult uitgaan, en toenemen, als mestkalveren. 3 En gij zult de goddelozen vertreden; want zij zullen as worden onder de zolen van uw voeten, te dien dage, die Ik maken zal, zegt de Heere der heerscharen. 4 Gedenk de wet van Mozes, Mijn knecht, die Ik hem bevolen heb op Horeb aan gans Israël, de inzettingen en de rechten. 5 Ziet, Ik zend u de profeet Elia, eer dat die grote en die vreselijke dag des Heeren komen zal. 6 En hij zal het hart der vaderen tot de kinderen terugbrengen, en het hart der kinderen tot hun vaderen; opdat Ik niet kome, en de aarde met de ban sla.

 

2e lezing: Mattheüs 1: 12-17

 

12 En na de Babylonische wegvoering gewon Jechónias Saláthiël, en Saláthiël gewon Zorobábel; 13 En Zorobábel gewon Abiud, en Abiud gewon Eljakim, en Eljakim gewon Azor; 14 En Azor gewon Sadok, en Sadok gewon Achim, en Achim gewon Eliud; 15 En Eliud gewon Eleázar, en Eleázar gewon Matthan, en Matthan gewon Jakob; 16 En Jakob gewon Jozef, de man van Maria, uit wie geboren is JEZUS, genaamd Christus. 17 Al de geslachten dan, van Abraham tot David, zijn veertien geslachten; en van David tot de Babylonische wegvoering, zijn veertien geslachten; en van de Babylonische wegvoering tot Christus, zijn veertien geslachten.

 

HV 279

 

Dienst beluisteren

Orde van de dienst