Exodus 17v 8-16 - 1978 | Woestijnreis Vlll
Schriftlezingen:
1e lezing Exodus 17: 8-16
8 Toen kwam Amalek en streed tegen Israël in Rafidîm. 9 Mozes dan zeide tot Jozua: Kies ons mannen, en trek uit, strijd tegen Amalek; morgen zal ik op de hoogte van de heuvel staan, en de staf Gods zal in mijn hand zijn. 10 Jozua nu deed, zoals Mozes hem gezegd had, strijdende tegen Amalek; doch Mozes, Aäron en Hur klommen op de hoogte van de heuvel. 11 En het geschiedde, terwijl Mozes zijn hand ophief, zo was Israël de sterkste; maar terwijl hij zijn hand neerliet, zo was Amalek de sterkste. 12 Doch de handen van Mozes werden zwaar; daarom namen zij een steen, en legden die onder hem, dat hij daarop zat; en Aäron en Hur onderstutten zijn handen, de een op deze, de ander op de andere zijde; alzo waren zijn handen vast totdat de zon onderging. 13 Alzo dat Jozua Amalek en zijn volk krenkte, door de scherpte des zwaards. 14 Toen zeide de Heere tot Mozes: Schrijf dit ter gedachtenis in een boek, en leg het in de oren van Jozua, dat Ik de gedachtenis van Amalek geheel uitdelgen zal van onder de hemel. 15 En Mozes bouwde een altaar; en hij noemde zijn naam: De Heere is mijn Banier! 16 En hij zeide: Omdat de hand op de troon des Heeren is, zo zal de oorlog des Heeren tegen Amalek zijn, van geslacht tot geslacht!2e lezing
2e lezing Galaten 5: 16-26
16 En ik zeg: Wandelt door de Geest en volbrengt de begeerlijkheid van het vlees niet. 17 Want het vlees begeert tegen de Geest, en de Geest tegen het vlees; en deze staan tegen elkander, alzo dat gij niet doet, wat gij wildet. 18 Maar indien gij door de Geest geleid wordt, zo zijt gij niet onder de wet. 19 De werken van het vlees nu zijn openbaar; welke zijn overspel, hoererij, onreinheid, ontuchtigheid, 20 Afgoderij, venijngeving, vijandschappen, twisten, afgunstigheden, toorn, gekijf, tweedracht, ketterijen, 21 Nijd, moord, dronkenschappen, brasserijen, en dergelijke; van welke ik u te voren zeg, gelijk ik ook te voren gezegd heb, dat die zulke dingen doen, het Koninkrijk Gods niet zullen beërven. 22 Maar de vrucht des Geestes is liefde, blijdschap, vrede, lankmoedigheid, goedertierenheid, goedheid, geloof, zachtmoedigheid, matigheid. 23 Tegen de zodanigen is de wet niet. 24 Maar die van Christus zijn, hebben het vlees gekruisigd met de bewegingen en begeerlijkheden. 25 Indien wij door de Geest leven, zo laat ons ook door de Geest wandelen. 26 Laat ons niet zijn zoekers van ijdele eer, elkander tergende, elkander benijdende.
De geluidskwaliteit van de opname is beduidend minder.