Schriftlezingen:Adventkerk Amersfoort.nl 

 

1e lezing Zacharia 14: 16-21

 

16 En het zal geschieden, dat al de overgeblevenen van alle heidenen, die tegen Jeruzalem zullen gekomen zijn, die zullen van jaar tot jaar optrekken om te aanbidden de Koning, de Heere der heerscharen, en om te vieren het feest der loofhutten. 17 En het zal geschieden, zo wie van de geslachten der aarde niet zal optrekken naar Jeruzalem, om de Koning, de Heere der heerscharen, te aanbidden, zo zal er over hen geen regen wezen. 18 En indien het geslacht der Egyptenaars, over wie de regen niet is, niet zal optrekken noch komen, zo zal die plaag over hen zijn, waarmeede Heere die heidenen plagen zal, die niet optrekken zullen, om te vieren het feest der loofhutten. 19 Dit zal de zonde der Egyptenaars zijn, alsook de zonde van alle heidenen, die niet optrekken zullen, om te vieren het feest der loofhutten. 20 Te dien dage zal op de bellen der paarden staan: De heiligheid des Heeren. En de potten in het huis des Heeren zullen zijn als de sprengbekkens voor het altaar; 21 Ja, al de potten in Jeruzalem en in Juda zullen de Heere der heerscharen heilig zijn, zodat allen, die offeren willen, zullen komen, en daarvan nemen, en daarin koken; en er zal geen Kanaäniet meer zijn, in het huis van de Heereder heerscharen, te dien dage.

 

2e lezing Johannes 7: 2-10, 14, 37-39

 

2 En het feest der Joden, namelijk het loofhutten zetten, was nabij. 3 Zo zeiden dan Zijn broeders tot Hem: Vertrek van hier, en ga heen in Judéa, opdat ook Uw discipelen Uw werken mogen aanschouwen, die Gij doet. 4 Want niemand doet iets in het verborgen, en zoekt zelf, dat men openlijk van hem spreke. Indien Gij deze dingen doet, zo openbaar Uzelf aan de wereld. 5 Want ook Zijn broeders geloofden niet in Hem. 6 Jezus dan zeide tot hen: Mijn tijd is nog niet hier, maar uw tijd is altijd bereid. 7 De wereld kan u niet haten, maar Mij haat zij, omdat Ik van haar getuig, dat haar werken boos zijn. 8 Gaat gij op tot dit feest; Ik ga nog niet op tot dit feest; want Mijn tijd is nog niet vervuld. 9 En toen Hij deze dingen tot hen gezegd had, bleef Hij in Galiléa. 10 Maar toen Zijn broeders opgegaan waren, toen ging Hij ook Zelf op tot het feest, niet openlijk, maar als in het verborgen.

 

14 Doch als het nu in het midden van het feest was, zo ging Jezus op in de tempel, en leerde.

 

37 En op de laatste dag, zijnde de grote dagvan het feest, stond Jezus en riep, zeggende: Zo iemand dorst, die kome tot Mij en drinke. 38 Die in Mij gelooft, gelijk de Schrift zegt, stromen van levend water zullen uit zijn buik vloeien. 39 (En dit zeide Hij van de Geest, Die ontvangen zouden, die in Hem geloven; want de Heilige Geest was nog niet, aangezien Jezusnog niet verheerlijkt was.)

 

Dienst beluisteren

Orde van de dienst